Executieve functies, wat zijn dat?
Het begrip ‘executieve functies’ bestaat nog niet zo lang in verband met studieproblemen. De laatste decennia is er veel ontdekt in de neurowetenschap omtrent de werking van de hersenen. Zo weten we nu, dat de ontwikkeling van de executieve functies plaatsvindt in de prefrontale cortex. Deze kleine hersenkwab bevindt zich achter het voorhoofd.
Executieve functies ontwikkelen zich vanaf de geboorte tot ongeveer 22-23 jaar. ‘’Executief’’ betekent ‘’uitvoerend’’. Het begrip ‘’executieve functies’’ is dus een verzamelnaam voor functies die het uitvoeren en controleren van taken en vaardigheden aangaan. Veel van deze functies lijken voor ons vanzelfsprekend, bijvoorbeeld: je gaat eerst douchen en je daarna pas aankleden. We gaan ervan uit dat iedereen dit wel begrijpt. Kort gezegd komt deze executieve functie erop neer, dat je eerst nadenkt en daarna pas handelt. Wanneer je het zo leest, kun je je al iets beter voorstellen, dat dit lang niet altijd zo vanzelfsprekend is.
Executieve functies bij pubers
Iedereen weet, dat een klein kind de gevolgen van zijn gedrag nog niet kan overzien, maar van een puber mag verwacht worden, dat hij toch wel verder gevorderd is? Veel ouders zullen zichzelf echter tegen hun puberende kind horen zeggen: “Denk toch eens na voordat je wat doet!” Dit betekent, dat de verwachting van de ouder (of docent)en zijn irritatie moeten worden herzien. Het is iets te vroeg om je kind iets te ‘’verwijten’’. Het enige dat namelijk duidelijk blijkt, is dat deze executieve functie nog niet geheel tot ontwikkeling is gekomen. De complexe neurale verbindingen die de juiste volgorde van de handelingen aansturen, vatten we samen met de term ‘’gedragsinhibitie’’. Zo zijn er meer: Wat dacht je van uitstelgedrag? “Nu is het zondagavond en je hebt nog steeds niet aan je werkstuk gewerkt, dat je dinsdag moet inleveren!’’ Deze executieve functie heet ‘’taakinitiatie’’. Beste ouder of docent, denk in dit geval ook even aan die belastingaangifte die je nog moet invullen. Als je dat steeds uitstelt, moet je je afvragen of deze executieve functie bij jou wel is ontwikkeld.
Trainen van executieve functies
Na 22-23 jaar stopt de ontwikkeling van de prefrontale cortex. De mogelijkheid van training ervan is pas de laatste jaren bekend geworden. Wat dacht je van de vergeetachtige puber? “Als jouw hoofd niet vast zat, vergat je dat ook nog!’’ horen we volwassenen soms tegen een puber zeggen. De executieve functie ‘’organisatie’’ (meerdere taken overzien en in een goed plan uitvoeren) blijkt nog niet goed ontwikkeld.
Emotieregulatie: het in toom weten te houden van een emotie. Jezelf kunnen beheersen is iets wat elk kind moet leren. Het korte lontje kun je dus voorkomen.
Werkgeheugen: om later goed te kunnen leren, is het al vroeg nodig om zelfstandig steeds complexere taken uit te leren voeren. Vroeg beginnen met kleine opdrachtjes en ze stapje voor stapje uitgebreider, ingewikkelder maken, geeft inzicht in processen. Met vier jaar: “Stijn, wil jij me helpen de vaatwasser leeg te ruimen?’’ => ‘’Met 14 jaar: “Stijn, wil jij je boeken zelf kaften?’’ => Met 24 jaar: “Stijn, wat goed dat je bent aangenomen en ook al een kamer hebt gezocht!”
Executieve functies zijn onmisbaar in het dagelijks leven, maar ze zijn in ieder geval allemaal (we onderkennen er 11) doorslaggevend voor succesvol studeren. Meer dan intelligentie maken ontwikkelde executieve functies het verschil! Het goede nieuws is: de ontwikkeling van de executieve functies valt te bevorderen! De wetenschap is niet gestopt bij het ontdekken en in kaart brengen van de functies, maar heeft ook methoden ontwikkeld om de executieve functies te trainen. Orthopedagogen worden hier tegenwoordig aan de universiteit in opgeleid.
Executieve functies en Studiebegeleiding Nijmegen
Studiebegeleiding Nijmegen heeft zich gedurende de afgelopen 25 jaar met behulp van alle orthopedagogen die bij haar werken, gespecialiseerd in het ontwikkelen en continue verbeteren van unieke trainingsmodules, die in grote mate het leersucces van een leerling bij ons bepalen.
Executieve functies zijn dus volop in ontwikkeling in de pubertijd. We noemen er nog een paar: plannen, concentratie, timemanagement, metacognitie, flexibiliteit. De inzichten die de laatste decennia zijn verkregen, bieden effectieve handvatten bij het omgaan met leerlingen, die vanuit de onbekendheid met de ontwikkeling van de prefrontale cortex, eerder werden bestempeld als ‘lui’ of ‘dom’. Bij ons is geen enkele leerling ‘lui’ of ‘dom’.
Korte omschrijving van de executieve gedragsfuncties van de hersenen
We onderkennen 11 executieve functies: de functies.
Gedragsinhibitie: het vermogen om na te denken voor je iets doet.
Werkgeheugen: de vaardigheid om informatie in het geheugen te houden bij het uitvoeren van complexe taken.
Emotieregulatie: het vermogen om emoties te reguleren om doelen te realiseren, taken te voltooien of gedrag te controleren.
Flexibiliteit: de vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informatie aandient of er fouten worden gemaakt. Het gaat hierbij om aanpassing aan veranderende omstandigheden.
Volgehouden aandacht: de vaardigheid om aandacht te blijven schenken aan een situatie of taak, ondanks afleiding, vermoeidheid of verveling.
Taakinitiatie: het vermogen om zonder dralen aan een taak te beginnen, op tijd en op efficiënte wijze.
Planning/prioritisering: de vaardigheid om een plan te maken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. Hierbij gaat er ook om om te beslissen wat belangrijk is en wat niet.
Organisatie: het vermogen om systemen te ontwikkelen en te onderhouden om op de hoogte te blijven van informatie of benodigde materialen.
Timemanagement: de vaardigheid om in te schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je deze het beste kunt verdelen en hoe je een deadline moet halen.
Doelgericht gedrag: het vermogen om een doel te formuleren, dat te realiseren en daarbij niet afgeleid of afgeschrikt te worden door tegengestelde belangen.
Metacognitie: het vermogen om een stapje terug te doen om jezelf en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je een situatie of probleem aanpakt. Het gaat daarbij om zelfmonitoring en zelfevaluatie.